Hoe kwam Papa in Indonesie

Jan Veldhoen kwam uit een gezin van 8 kinderen.
Jan, was de oudste, toen volgden Ber, Annie, Henk, Willie, Ben, Ria en Eddie.
Toen Papa in Indonesie zat is de gehele familie Veldhoen, op Annie na, geemigreerd naar Zuid-Afrika. 

Papa heeft zich net nadat Eindhoven in september 1944 was bevrijd in januari 1945 als vrijwilliger opgegeven voor militaire dienst.
Hij was toen woonachtig aan de Roostenlaan 57 in Eindhoven.

 Roostenlaan in de jaren 30 en 40

Hij was toen 17 jaar oud. Op onderstaande aanmelding is zijn geboortedatum 28-04-1927.
Op het officiële stuk Verbandakte, een soort aanstellingsbrief, staat nog heel vaag te lezen een geboortedatum van 28-04-1926.
Door het toepassen van deze geboortedatum was hij ineens 18 jaar en mocht dus daardoor in dienst.

 

  

Hij moest zich op 8 januari 1945 melden op de Keizersgracht in Eindhoven.
Grappig is dit hij voor één maaltijd brood mee moest nemen.

 

Hieronder volgt zijn staat van dienst: registratienummer 27 04 28 004

Oorlogsvrijwilliger (OVW) Diensttijd:              
                                                                               

 

LWD als OVW bij de 1e Pioniersgroep  
09-01-1945
Opgenomen in militair hospitaal     21-07-1945
Ontslagen uit militair hospitaal        23-08-1945
Over naar 1-3 RI   24-09-1945
Geembarkeerd naar Oostende  08-11-1945
Aangekomen in Engeland - Aldershot 09-11-1945
Geembarkeerd te Southampton 24-11-1945
Gedebarkeerd te Penang Malaka 30-12-1945
Aangekomen te Tjoh Malaya 31-12-1945
Geembarkeerd te Penang 16-03-1946
Gedebarkeerd te Tandjong Priok Java 20-03-1946
Aangekomen te Meester Cornelis (Batavia) 21-03-1946
Per vliegtuig van Batavia naar Tjimahi en aldaar gekantoneerd 08-04-1946
Op mars van Rjimahi naar Bandoeng aldaar gekantoneerd 12-04-1946
Op mars van Bandoeng naar Pandang Barang en aldaar gekantoneerd 03-10-1946
Langdurig bepaald klein verlof 28-05-1948
Terug van klein verlof 06-09-1948
Machtiging verleend tot het dragen van Ereteken voor Orde en Vrede
Ontheven van zijn verbintenis als OVQ en op dato met ontslag
08-11-1948
Als burger b/d Militaire luchtvaart in Indonesie gewerkt van 08-11-1848
tot 07-11-1951 

Papa heeft met een motor een ongeluk gehad, vandaar dat hij ongeveer één maand in het ziekenhuis heeft gelegen.

24-09-1945 is hij opgeroepen om zich te voegen bij de Compagnie 1-3 RI.
Op 29 september was er een grote afscheidsparade te Heerlen. Het vertrek naar Indonesie stond toen gepland op 1 oktober 1945.
Het vertek is meerdere malen uitgesteld.


Op 7 november 1945 met de trein vanuit Heerlen naar Oostende, op 8 november met de Prinses Astrid de oversteek gemaakt naar Dover. En vandaar per trein naar het kamp Aldershot.

 De Prinses Irene

 De Prinses Irene

Aldershot Barakken

Camp Aldershot


Op 24 november 1945 vertrek per trein uit Aldershot naar Southampton en ingescheept op de Johan van Oldenbarneveldt.

 

Johan van Oldenbarneveldt

De Johan van Oldenbarneveldt

Uiteindelijk op 25 november 1945 licht de Johan van Oldenbarneveldt het anker en is hij op weg naar Indonesie.

Hier volgt een kort reisverslag:

27 november: passeren ze om 21:00 uur Lissabon;
28 november: passeren ze om 18:30 uur Gibraltar;
29 november: varen ze lang Algiers;
01 december: varen ze tussen Sicilie en Malta;
03 december: varen ze de haven van Port Said (Egypte);
05 december: door het Suezkanaal en Suez;
16 december: aankomst in de baai van Trincomali (Ceylon) om 07:30 uur;
18 december: vertrek uit Ceylon;
20 december: varen om 15:00 uur tussen Poeloe Weh en de noordpunt van Sumatra;
22 december: aankomst in Singapore 8:30 uur;
25 december: vertrek uit Singapore 14:00 uur;
27 december: om 09:00 uur komt de Olde van Barneveldt aan in George Town.

Eind december 1945 komen ze aan in Maleisie, de hoofdstad Georgetown vandaar gaan ze met de trein naar Ipoh.
Naar het Tigerlane-Camp.

Douchende militairen op het Tiger Lane Camp

Douchende militairen in het Tiger Lane Camp

Daar de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka.
Dit verbod is in maart 1946 opgeheven.

 

Kamp  te Ipoh

Tegen de achtergrond van ruige rotsen ligt het kamp van 1-3 RI te Ipoh

Op 20 maart 1946 aankomst en debarkatie te Tandjong Priok (de haven van Jakarta).

 De haven Tandjong Priok in Jakarta (voorheen Batavia)

 De haven van Jakarta: Tandjong Priok

D.d. 8 april 1946 het bataljon vertrekt per Dakota naar Bandung (vliegveld Andir).
Vanwaar het in konvooi, over de totaal verlaten Grote Postweg, naar Tjimahi rijdt.

Legerplaats Tjimahi

 Legerplaats te Tjimahi

Op 20 april 1946 wordt de Watermannen-cantine aan de Narinpanweg plechtig geopend.
Ter gelegenheid daarvan is er 's avonds een feest.
En op dat feest loopt hij Christine Clark tegen het lijf.
Zij is daar naar toegekomen omdat 2 Indische vrienden van haar, haar meegevraagd hebben.

Hoe ik Papa heb leren kennen

 

 

Papa (18 jaar) was eerst gelegerd in Malaka (Ipoh) vanaf begin 1946.
Hij zat bij het bataljon 1-3 RI.


Later (april 1946) is hij overgeplaatst naar Bandung.


Onderstaande informatie vond ik op het internet over 1-3 RI:

Het OVW-bataljon 1-3 RI is voortgekomen uit Wachtbataljon III dat op 5 oktober 1944 gevormd werd te St-Niklaas (B). Dit zogenaamde Paris Batallion, was gelegerd in Zeeuws-Vlaanderen en toegevoegd aan het 105e AA Brigade RA (Anti Aircraft). Op 10 maart 1945 kwam het bataljon onder bevel cdt Pr.Irene Brigade en was het o.a. gelegerd in Hulst, Tholen, Middelburg en Brabant. Eind April is het bataljon verplaatst naar Coevorden. Van 30 juni tot 15 september was het bataljon belast met de bewaking van Duitse krijgsgevangenen nabij München-Gladbach, waarna het werd gelegerd in Zuid Limburg.

Via Engeland, waar het bataljon werd voorzien van de noodzakelijke uitrusting, vertrok het naar Indië. Daar de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka. Dit verbod is in maart 1946 opgeheven.

Enkele weken na aankomst in Batavia werd het bataljon op 8 april 1946 verplaatst naar Bandoeng. Rond Bandoeng werd het bataljon o.a. gelegerd te Tjilampeni, Dajeukolot, Njalindoeng, Padalarang, Sitoe Lembang en ingezet bij vele acties zoals op 10 april noord van Tjimahi samen met 1-9 RI en Inf..V.KNIL en de brigadeactie op 16 juli naar Bandjaran en Soreang.

Tijdens de 1e politutionele actie, op 21 juli 1947, bezette het bataljon de brug op de weg naar Tandjoengsari. Nadat de hoofdcolonne de brug was gepasseerd zette het bataljon de opmars voort naar Cheribon. Op 26 juli bezette het Tegal. In Slawi voegde het zich weer bij de colonne en ging de opmars op 29 juli verder, naar het zuiden. Over de Goenoeng Slamet, via Poerbolingga werd samen met Inf.II.KNIL op 2 augustus Tjilatjap bezet.

Hierna werd het bataljon gelegerd rond Banjoemas, Soekarendja en Kroja en voerde het vele acties zoals op 10 september met 1-5 RI, om de weg naar het noorden over Boemiajoe vrij te maken en op 15 september een actie met Inf.II.KNIL en 1-9 RI naar Bandjar. In oktober was het bataljon geconcentreerd in Tjilatjap om in te schepen voor een landing op 23 en 25 oktober in de Mauritsbaai bij Kalipoetjang en Pangandarang samen met huzaren en mariniers. Na de landing werd de opmars ingezet naar Bandjar (actie Neptunus, Triton). Na deze actie verbleef het bataljon tot aan de repatriëring in het gebied west van Tjilatjap met posten o.a. te Pangandaran, Kalipoetjang, Wangon en later ook te Bandjar. Op 6 april 1948 was het bataljon verzameld in Tjilatjap en werd afgelost door 3-8 RI. 

Opgericht: 18-11-1944 Zeeuws Vlaanderen

Vertrek Engeland: 08-11-1945 Aldershot

Vertrek Indië: 25-11-1945 a/b Joh. v. Oldebarneveldt

Aankomst Malakka: 29-12-1945 Ipoh

Aankomst Indië: 20-12-1946 Batavia

Toegevoegd aan:T.T.C. West-Java, *T.T.C. Midden-Java

Ingedeeld bij: V-Brigade (B-div.)

Actiegebied(en): Tjimahi, Bandoeng, *Banjoemas, *Tjilatjap, *Pangandaran, *Kalipoetjang

Gerepatrieerd: 13-05-1948 a/b Waterman

07-06-1948 aankomst Rotterdam

Omgekomen: 38 man

Bijnaam: de Watermannen 


Hier de knapste Waterman in zijn militaire outfit.

 

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Ik was met 2 Indische jongens op stap.
Hun hadden het idee om naar 1-3-RI van de Watermannen te gaan.
Er is daar een feestje. Ik was eerst verliefd op een vriend van Papa, Peter Jordan. Maar bij nader inzien vond ik Jan Veldhoen toch knapper. Ik heb daarop het feestje met verschillende jongens gedanst maar ook met Jan Veldhoen. Hij vroeg toen om mijn adres en dat heb ik hem toen gegeven omdat ik hem wel leuk vond.

Ik (± 20 jaar) was toen chauffeuse op Andir het vliegveld van Bandung. 

Luchtfoto van vliegveld Andir

 http://www.youtube.com/watch?v=C7SkkudReJ0

 

Weet je nog wat je op de avond van de eerste afspraak gedaan hebt?

Een paar dagen later stond hij bij ons aan de deur. We hebben wat gepraat en een afspraak gemaakt om samen naar de bioscoop te gaan. Zo geschiedde. We zijn naar de Oriental gegaan naar de film 'Het gezicht van een vrouw' met Joan Crowfard in de hoofdrol.

 

  http://www.cinema.nl/films/388469/a-woman-s-face

Hoe stonden je ouders tegenover je eerste afspraak?

Mijn ouders waren toen niet meer echt aanwezig.

Mijn vader zat in een hotel in Batavia en mijn moeder woonde toen niet meer thuis.
Papa kon overigens heel goed overweg met mijn vader.

Brief in verkeringstijd

Brief van mij aan Jan in verkeringstijd. Met uitsturen bedoelde ik met taxi er op uit.

Wanneer sloeg de vonk echt bij jullie over?

Na een paar weken hadden we echte verkering. Zo ben ik een keertje in zijn barak geweest waar hij een foto boven zijn bed had hangen. Hij vertelde toen dat dat zijn zus was. Dat bleek achteraf niet zo te zijn. Het was nog een vriendinnetje uit Eindhoven.
Ook was Papa een keer niet op tijd terug van verlof hetgeen hem op een straf kwam te staan. Hij was toen bij ons blijven slapen.
We gingen veel wandelen en veel naar de bioscoop. Hij was toen dicht in de buurt waar wij toen woonde gelegerd. Later is hij overgeplaatst naar Maribaja. Toen kwam hij met een legertruck naar Bandung om mij op te zoeken.
In de tijd dat Papa met mij verkering had was mijn moeder al weg en mijn vader zat, vanwege zijn Engelse naam, in een kamp.
Truus, die toen verkering had met Tonnie, regelde toen thuis alles. Papa mocht gerust blijven slapen dat was allemaal geen probleem.

 

Welke eigenschappen van hem vond je het leukst?

Hij was erg sympathiek en had humor, was leuk. Iedereen mocht hem heel erg graag. Truus en Netty waren ook dol op hem.
Hij was makkelijk in de omgang. En hij was knap.
Donker haar en lichte ogen. Daar viel ik op.

Hoe ben je ten huwelijk gevraagd?

In mei 1947 ben ik in verwachting geraakt. Ik had het zelf in eerste instantie niet in de gaten. Truus zei op een keer Christine je wordt dikker. Toen ik zeker wist dat ik zwanger was heb ik een brief naar Papa, die toen in Tjilatjap gelegerd was, gestuurd dat ik zwanger was en hij vader zou worden. Hij heeft toen meteen een brief teruggestuurd dat hij wilde gaan trouwen. Omdat we beide minderjarig waren (ik was 20 jaar en papa 19 jaar) moesten we toestemming aan onze ouders vragen. Van mijn vader en moeder heb ik meteen toestemming gekregen. Maar Papa kreeg geen toestemming van zijn ouders omdat ik geen katholiek was. Nadat papa dreigde omzelf omgedoopt te worden tot protestant gingen zijn ouders eindelijk overstag. Dat heeft alles bij elkaar nog wel een paar maanden geduurd. We wilden per se voordat de baby geboren zou worden getrouwd zijn. Nou dat hebben we maar net gehaald.
Op 2 december 1947 zijn we getrouwd en op 2 februari 1948 is Astrid geboren.

Hoe zag je trouwdag eruit?

Het was geen groot feest omdat we maar weinig geld hadden. Truus had eten gemaakt en we hadden een (klein) feestje bij ons thuis aan de Galoengoenlaan in Bandung. We zijn naar het stadshuis geweest, maar niet naar de kerk.
Ik heb een trouwjurk laten maken en Papa had zijn militair uniform aan (zie foto).

Aanwezig waren: Mijn zus Tilly en haar man Jan Postuma, mijn zus Truus en haar man Tonnie, mijn zus Jane en haar man Hugo Mieck, Joty, Netty, Tante Dien (moeder van man van tante Truus toendertijd) vriendin van Truus, mijn baas Dhr. Rosenberg, mijn vriendinnen Ina Schulpen, Wies Simon (later getrouwd met een vriend van papa Bennie Notmeijer).

Mijn broertjes Willy en Oelie waren er niet bij. Zij verbleven toen in Nieuw Guinea, Tom was er ook niet (hij was toen gehuwd met Werd Muller van Elch).

Ook zijn er 4 collega's van papa spontaan op visite gekomen.

Na ons huwelijk zijn wij aan de Galoengoenlaan in Bandung blijven wonen.
Papa had verlof voor het huwelijk gekregen maar moest na een aantal dagen weer terug naar de kazerne in Tjilatjap.

Wat zijn jouw beste tips voor een goede relatie?

Op nummer 1: Lief zijn voor elkaar
Eerlijk zijn. Veel geven en nemen. Niet koppig zijn.
Probeer na een ruzie het zo snel als mogelijk weer goed te maken.
Heel eerlijk gezegd heb ik dat bijna nooit gedaan: Papa was mij altijd voor met het goed maken).
Niet zo snel boos worden.

Wat betekent liefde voor jou?

Heel veel, echt heel veel.
Dit is het belangrijkste in iemands leven.
 

Ben je een romanticus? En wat betekent romantiek voor jou?

Ja, zeker ben ik een romanticus.
Het geeft je een fijn gevoel. Je wordt er gelukkig van.

Wat is één van de meest romantische dingen die je ooit hebt meegemaakt?

Dat was op vakantie in Spanje met Papa samen.
Wallie en Piet, die samen met ons op vakantie waren, gingen meestal vroeg naar bed.
Wij instaleerden ons dan op het terrasje en keken toen uit over de zee. Het was een prachtig gezicht. Onder het genot van een lekker drankje praten Papa ik dan over de vakantie en belangrijke dingen in het leven. Dat was echt genieten, De avond kon voor mij niet lang genoeg duren.

Geloof jij in liefde voor het leven?

Ja, maar dat bleek ook wel.
Papa en ik zijn daarna heel ons leven bij elkaar gebleven.

Heb je nadat je samen verder ging met Papa afspraken gemaakt over de verdeling van het huishouden?

Nee, daar hebben wij geen afspraken over gemaakt. Dat ging eigenlijk vanzelf.
Hij deed heel veel en ik een stuk minder.
Papa heeft mij altijd verwend.

Over zwanger zijn en kinderen krijgen

Heb je van kleins af aan al kinderen willen krijgen?

Nou, nee, niet van kleins af aan. Later wel.

Op wat voor een manier ontdekte je dat je zwanger was?

Ik had het zelf in eerste instantie niet in de gaten. Truus zei op een keer Christine je wordt dikker.  

Wat weet je nog van de bevalling van Astrid?

Ik was eerst naar de bioscoop gegaan en had daar ook een ijsje gegeten. Toen ik na de film thuis was is het vruchtwater gebroken en ik wist niet wat er precies aan de hand was. Ik dacht eerst dat het aan het ijsje lag wat ik op had. Maar Truus wist dat ik op het punt stond om te gaan bevallen. Tante Dien en Oelie hebben mij toen ondersteund en wij zijn te voet naar de kliniek naar zuster Soetia gegaan. Dat was ongeveer 10 minuten lopen van thuis uit. Niemand, behalve zuster Soeita, was toen bij de bevalling, papa ook niet want die zat nog in de kazerne op Tjlatjap. Zuster Soetia zag tijdens het persen een hoofdje met blond haar.
Dat was dus Astrid die op maandag 2 februari 1948 is geboren. Astrid woog bij de geboorte ongeveer 6 pond.

Astrid is vernoemd naar een hoofdpersoon van een heel mooi boek wat ik gelezen had. Het boek was getiteld Astrid en het verhaal speelde zich af in Indonesië. Eerst wilde ik haar Tessiebel noemen maar omdat die naam veel op Lellebel leek heb ik toch gekozen voor Astrid. 

Truus is 's morgens naar de kliniek gekomen om te kijken hoe het was afgelopen. Zij heeft een telegram naar de kazerne verstuurd.
De commandant en een kapitein hebben toen beide nogmaals een telegram naar papa gestuurd en papa zei naderhand voor de grap dat hij dacht dat hij drie dochters had gekregen omdat hij drie telegrammen had ontvangen.
Papa is meteen na ontvangst van het telegram met een pantserwagen vanuit Tjilatjap naar Bandung gereden om naar zijn dochter en mij te kijken. Toen hij eerst bij Truus aankwam schrok Truus omdat hij een baard had laten staan. Truus vond het maar niks die baard en vroeg aan papa om deze af te scheren omdat ik anders zou schrikken. Dat heeft hij toen maar gedaan, hij had echter wel zijn snor laten staan. Papa moest na een week weer terug naar de kazerne
Ik heb toen ongeveer 7 dagen in het kliniek doorgebracht en moest daarna weer naar huis.

Astrid was een hele mooie schattige baby met blonde krulletjes.
In het begin at Astrid niet voldoende (dat kwam door mijn borstvoeding).
Later heeft ze dat dubbel en dwars ingehaald.
Op een gegeven moment werd Astrid zelfs een mollige baby.
Wanneer de fles leeg was gooide ze de lege fles op de grond.
Ik heb toen veel flesjes moeten kopen.

Astrid kreeg een rijstepapje met kippenlevers, wortels en spinazie te eten.

Wanneer Papa thuiskwam en Astrid lag te slapen dan maakte hij haar altijd wakker om met haar te gaan spelen en om haar te leren lopen.
Hij zette Astrid achter een stoel en zo heeft ze snel leren lopen.
Na 9 maanden liep ze al.
Ze liep vaak naar de kamer van Truus om daar lippenstift en andere crèmes op haar gezicht te smeren. (wat dat betreft is ze niks veranderd!)


Netty was dol op Astrid zij heeft dan ook haar veel de fles gegeven. 
Ook ging Netty vaak met Astrid wandelen.

Hoe is het verder na de bevalling met jou en papa gegaan?

Papa was al die tijd gelegerd in Tjilatjap.

 
In mei 1948 werd 1-3-RI gerepatrieerd zodat Papa geen soldaat meer was.
Hij is toen gaan solliciteren en heeft werk gevonden bij Prauwen Veren NV op een eiland Ban(g)ka bij de tinmijnen.
Hij deed daar iets van technisch werk aan machines.
Dat was vanaf 6 juni 1948 tot en met 8 september 1948.

Hieronder een bewijs van zijn werkzaamheden in de tinmijnen.

Papa had daar een huisje waar hij in mocht wonen.
Het was de bedoeling dat ik daar met Astrid ging wonen.

Na zijn proeftijd van 3 maanden is Papa daar gestopt en teruggekomen naar Bandung.
Hij vond het daar niks om met zijn gezin te gaan wonen.
Er was daar niet veel te beleven en alles had daar met je werk te maken.

Werkplaats bij de tinmijnen te Koba op Banka

Papa heeft toen gesolliciteerd op vliegveld Andir, hij is daar toen aangenomen als bankwerker, later is hij vliegtuigmonteur geworden.
Zijn werkgever was AURI.
Dat was in oktober 1948.

 

(AURI => Angkatan Udara Republik Indonesia)

We woonden toen met zijn allen nog samen.
Alhoewel het huis met de komst van Astrid en Papa wat te klein werd.
Toen ik in december 1948 van Eddie in verwachting raakte werd het tijd om op zoek te gaan naar een ander huis.

Tom, mijn broer, was toen getrouwd met Riek en zij hadden samen een groot huis met een garage. Hun boden ons aan om daar te gaan wonen.

In februari 1949 zijn wij, Papa, Astrid en ik, verhuist naar Westerpark nr 1. Wij zijn toen in de garage gaan wonen. Ik mocht geen gebruik maken van de keuken van Riek. Papa heeft toen aan de garage een soort keuken gebouwd van bamboe. Op een keer was er bij ons ingebroken, en het weinige wat ik in mijn keuken had staan aan potten en pannen etc is toen weggehaald.
Papa en Tom hebben toen de avond en nacht erop samen, met een geweer, op wacht gelegen, voor het geval de dieven nog terug zouden komen.
Als het goed is is er ergens nog een foto van Astrid in een klein badje in de tuin aan de Westerpark. Daar staat zij samen op met Robbie de zoon van Tom en Riek.

Tegenover ons huis aan de Westerpark woonde een Chinees en die had een auto. Papa had met hem afgesproken dat mocht ik gaan bevallen dat hij de auto mocht lenen om mij naar de kliniek te brengen.

Omdat President Soekarno op 17 augustus 1949 de onafhankelijkheid uitriep van Indonesië durfde de overbuurman zijn afspraak niet meer na te komen. Hij wilde niet te boek staan als iemand die Nederlanders hielp.
Papa heeft toen ik weeën kreeg geregeld dat ik in een zijspan van een politiemotor met politieagent naar de kliniek van zuster Soetia werd gebracht. Papa is naderhand op de fiets nagekomen.
Echter gebeurde die dag niets.
Een dag later op 19 augustus 1949 is Eddie om 3 uur 's middags, geboren. Eddie woog bij de geboorte ongeveer 7 pond.
Papa was helaas niet bij de bevalling. Hij was bij Astrid.
Het was gelukkig geen zware bevalling. Eddie is vernoemd naar mijn vader: Edward Robert.

Ook toen ben ik ongeveer 1 week in de kliniek gebleven.
Nu Eddie geboren was werd de garage aan het Westerpark te klein voor ons gezin.

Papa had een Hollandse collega op vliegveld Andir, die een huis huurde aan de Tji Koeda Pateuh Kolot (letterlijk vertaald: Oud paard struikelt in het water). Tji = water, Koeda = paard, Pateuh = struikelen, Koly = oud.
Deze collega van Papa ging terug naar Nederland en zei tegen Papa dat hij snel in zijn huis moest trekken, zonder de huurbaas, daarvan in kennis te stellen. Want al zou je als Nederlanders zijnde vragen om het pand te huren dan werd je toch geweigerd.
Zo gezegd zo gedaan. We hebben op een gegeven moment onze spullen bij elkaar gepakt en zijn toen in dat huis aan Tji Koeda Pateuh Kolot ingetrokken. Binnen het uur stond de huurbaas, tevens buurman, bij ons aan de deur waar Papa het lef vandaan haalde dit pand te betrekken. Papa trok zich er allemaal niets van aan.
Dit speelde zich af begin 1950.


Omdat wij maar moeilijk de huur op konden brengen is naderhand de vriend van Papa, Bennie Notmeijer, ook in dat huis komen wonen. Zodat we de huur konden delen, hetgeen daardoor makkelijk was op te brengen. Ook hadden we een baboe, die bij ons in de garage woonde.

Foto genomen in huis aan de Tji Koeda Pateuh Kolot

Foto genomen in onze nieuwe stoel in ons huis aan de Tji Koeda Pateuh Kolot

 

 Foto genomen in de tuin van het huis van mijn vader aan de Galunggunlaan nummer 18 in Bandung.
Achteraan links staat met korte broek Oelie Mieck, rechts van Oelie staat Netty, daarnaast staat Papa, rechts van Papa staat Jotie en Truus met Tonnie dan ik en daarachter moeilijk zichtbaar Hugo Mieck, voor hem staat Truus met Freddie Mieck op haar arm, rechts staat Pappie.Het meisje met strik in haar haar tussen Papa en Truus is Peggy, voor Peggy staat Linda Mieck, rechts van Linda staat Astrid, voor Astris staat Eddie en het jongetje tussen Truus en mij in staat Onky de Kleyn.

 

Wij hebben daar gewoond totdat we naar Nederland vertrokken.

De haat tegenover de Nederlanders nam alsmaar toe. We voelden ons niet meer veilig in Indonesië. Ook zagen we daar geen mooie toekomst voor ons. Gezamenlijk hebben we toen, met pijn in ons hart, moeten besluiten Indonesië vaarwel te zeggen.
Papa had het daar heel erg moeilijk mee.

Lees het verhaal verder op het tabblad: Naar Nederland

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.